Geciteerd en vertaald uit How to Take Smart Notes Sönke Ahrens

 

  1. Maak voorlopige aantekeningen (fleeting notes)

Zorg ervoor dat je altijd iets bij de hand hebt om op te schrijven om elk idee vast te leggen dat in je opkomt. Maak je niet te druk over hoe je het vastlegt. Het zijn voorlopige aantekeningen, geheugensteuntjes van wat er in je hoofd zit. Ze moeten je niet afleiden. Berg ze op één plaats op, een soort "inbox" en verwerk ze later. Een simpel notitieboekje volstaat, maar ook een willekeurig papiertje zoals een servet, de achterkant van een rekening kan. Ook inspreken op je smartphone kan prima.

  1. Maak literatuur-aantekeningen (literature notes)

Maak altijd wanneer je iets leest, aantekeningen over de inhoud. Schrijf op wat je niet wilt vergeten of wat je wilt vastleggen voor later denken of schrijven. Houd het zeer kort, wees selectief, en gebruik je eigen woorden. Wees extra voorzichtig met citaten - kopieer en plak ze niet alleen, want daarmee sla je de stap over om echt te begrijpen wat de betekenis is. Bewaar deze aantekeningen samen met je bibliografische info op één plaats - je referentiesysteem.

  1. Maak permanente aantekeningen (permanent notes)

Ga nu naar je kaartsysteem (analoog of digitaal). Bekijk alle aantekeningen die je hebt gemaakt in stap een en twee (doe dit idealiter elke dag en voordat je vergeet wat je ermee bedoelt) en denk na over hun relatie met je onderzoek, denken of interesses. Dit kun je ook later doen met je kaartsysteem - daar zit immers alleen materiaal in dat je toch al interesseert. Het idee is niet het verzamelen op zich, maar het ontwikkelen van ideeën, argumenten en discussies. Weerspreekt, corrigeert, ondersteunt deze informatie wat je al hebt (in de kaartenbak of in je brein) of is het een aanvulling? Wat voor vragen komen bij je op? Schrijf één aantekening voor elk idee en stel je voor dat je schrijft voor iemand anders: schrijf volledige zinnen, deel je bronnen, leg relaties en probeer zo precies, kort en duidelijk te zijn als mogelijk. Gooi de voorlopige aantekeningen van stap één weg en sla de literatuur-aantekeningen op in je referentiesysteem. Je kunt ze nu vergeten. Alles wat van belang is gaat in je kaartsysteem.

  1. Voeg je permanente aantekeningen toe aan je kaartsysteem door:
    a. elke aantekeningen op te slaan achter een of meer verwante aantekeningen (met software is dit geen enkel probleem; als je pen en papier gebruikt zoals Luhmann, moet je beslissen waar de aantekening het best past en moet je handmatig een verwijzing naar andere aantekeningen toevoegen). Kijk hoe de nieuwe aantekening te direct te linken is aan andere aantekeningen, of, als dat niet direct duidelijk is, laat dan de link (voorlopig) achterwege
    b. te checken of er nog andere relevante links te leggen zijn.
    c. ervoor te zorgen dat je de aantekening later terug kunt vinden door te linken vanuit je index of vanuit een aantekening die kan dienen als een ingang of startpunt voor een discussie of onderwerp. Deze laatste moet je dan linken aan je index.

  2. Ontwikkel je onderwerpen (topics), vragen en onderzoeksprojecten bottom up vanuit het systeem.

Kijk wat er is, wat er ontbreekt en welke vragen opkomen. Doe aanvullend leeswerk om je argumenten te versterken, uit de dagen, te ontwikkelen met de nieuwe informatie die je opdoet. Maak meer aantekeningen, ontwikkel je ideeën verder en kijk welke kant je opgaat. Volg gewoon je interesse en volg het pad dat het meest veelbelovend lijkt. Bouw voort op wat je al hebt. Ook al zit er nog niets in je kaartsysteem, je begint nooit helemaal met niets omdat je al ideeën in je hoofd hebt, meningen die kunnen worden uitgedaagd en vragen die je wilt beantwoorden. Ga niet brainstormen om aan een onderwerp te komen. Kijk in je kaartsysteem om te kijken of zich ergens een reeks (verwante) aantekeningen heeft gevormd en waar ideeën zich hebben geclusterd. Hou niet rigide vast aan een idee als een ander meer veelbelovend idee met meer momentum zich aandient. Hoe meer je in iets geïnteresseerd raakt, hoe meer je erover gaat lezen en nadenken, hoe meer aantekeningen je verzamelt en des te waarschijnlijker het wordt dat je daar vragen uit kunt destilleren. Misschien blijf je bij hetgene waar je vanaf het begin in geïnteresseerd was, maar het is waarschijnlijk dat je interesses veranderen - dat is wat inzicht teweegbrengt.

  1. Na een tijdje zullen je ideeën ver genoeg ontwikkeld zijn om een onderwerp te kiezen waarover je wilt gaan schrijven.

Nu is je onderwerp gebaseerd op wat je hebt, niet slechts op een ongefundeerd aanname over wat de literatuur die je gaat lezen gaat opleveren. Verken de verbindingen (links) in je systeem en verzamel je aantekeningen, zet ze op een rijtje (voor zover dat al niet het geval is) in een document. Kijk wat er ontbreekt en wat er overbodig is (dubbelingen). Wacht niet tot je alles (voor je gevoel) compleet hebt. Probeer liever je ideeën uit en gun jezelf de mogelijkheid om aanvullend te lezen en aantekeningen te maken om je ideeën te verbeteren, je argumenten en hun structuur.

  1. Zet je aantekeningen om in een ruwe conceptversie

Volsta niet met simpelweg kopiëren van je aantekeningen. Vertaal ze in iets samenhangends en bed ze in in de context van je redenering terwijl je die redenering opbouwt vanuit je aantekeningen. Zoek naar gaten in je redenering, vul die gaten op of herzie je redenering.

  1. Redigeer en proeflees je product.

Geef jezelf een schouderklopje en ga door naar je volgende project."

How to take smart notes: one simple technique to boost writing learning and thinking (Revised and expanded edition. 2nd). (2022). Sönke Ahrens.

(Vertaling WB).

Check ook:

https://www.soenkeahrens.de/en/takesmartnotes

https://www.soenkeahrens.de/s/22-Appendix-1.pdf

https://www.soenkeahrens.de/s/2022-HTTSN-Preview.pdf

 

https://www.obsidian.md